Foto: John Brussel
‘Bedrijvigheid is ontzettend belangrijk voor Zoetermeer. Lokale bedrijven en ondernemers zorgen niet alleen voor werkgelegenheid in de stad, maar dragen ook bij aan de leefbaarheid en reuring in de wijken. Zoetermeer is een fijne stad om te werken of te ondernemen. Dat willen we versterken en daarom maken we het voor (startende) ondernemers zo aantrekkelijk mogelijk om zich hier te vestigen.’ Dit is te lezen in het Coalitieakkoord Zoetermeer 2022 – 2026. Wethouders Jan Iedema en Bouke Velzen lichten de plannen van de coalitie nader toe.
Jan Iedema is al ruim vier jaar wethouder Economische Zaken. Hij was in het vorige college van Burgemeester & Wethouders al wethouder en behoeft om die reden nauwelijks introductie. “Ik ben steeds een beetje verbaasd als mij gevraagd wordt naar mijn beweegredenen om mijn functie als wethouder in het nieuwe college voort te zetten. Ik heb er geen moment over nagedacht, zo vanzelfsprekend is het voor mij. Ik heb er weliswaar al vier jaar als wethouder opzitten, maar voor mijn gevoel ben ik nog maar net begonnen. Zoetermeer staat voor interessante uitdagingen. Ik ben onverminderd enthousiast en wil graag verder met het bouwen aan de stad. Ik vind het een eer om wethouder te mogen zijn.”
Jan: 'Zoetermeer moet de allure van grote stad meer omarmen'
Bouke Velzen is een nieuw gezicht in de Zoetermeerse politiek. Hij is niet minder enthousiast. “Ik heb er geen seconde over getwijfeld toen mij de vraag werd gesteld of ik wethouder zou willen worden. Ik woon nu 16 jaar met veel plezier in Zoetermeer en vind het geweldig dat ik de kans krijg om een bijdrage aan de stad te leveren. Mijn werkervaring als gerechtsdeurwaarder en mijn ervaringen vanuit het kerkelijk bestuur met de diaconie waren voor mij wel reden om bij de onderhandelingen in te zetten op een specifieke portefeuille: ik wilde me graag bezig gaan houden met armoedebeleid en schuldhulpverlening. Die mogelijkheid krijg ik volop, want arbeidsparticipatie en armoede(bestrijding) lopen als een rode draad door mijn portefeuille. Ik ben pas drie maanden wethouder. Ik ervaar nu al dat wat we als college in gang zetten écht impact heeft voor de stad. Dat geeft mij enorm veel energie!”
Visie 2040
“De rode draad in mijn portefeuille is de ontwikkeling van de stad, in de komende (tientallen) jaren. Op de valreep heeft het vorige college daarvoor nog de Visie Zoetermeer 2040 met de Raad vastgesteld. In deze Visie staat de opgave centraal om tot een betere balans en opwaartse beweging van de stad te komen. Deze is gericht op gelijke kansen voor iedereen, leefbaarheid en het verduurzamen van de stad. De Visie Zoetermeer 2040 lag aan de basis van het nieuwe coalitieakkoord en in de komende periode werken we verder aan het realiseren van deze visie. De titel voor dit coalitieakkoord lag zó voor de hand dat we het er binnen twee minuten over eens waren: ‘Samen doen wat nodig is’. Want dát er het een en ander nodig is, weten we maar al te goed. En ‘samen’ is een heel belangrijk uitgangspunt, want we betrekken inwoners, bedrijven en ondernemers bij de realisatie”, vertelt Jan Iedema. Hij vervolgt: “Bij de inrichting van onze stad moeten we ook kijken naar andere opgaven, zoals kansengelijkheid, bestaanszekerheid, het verbeteren van gezondheid, wonen en duurzaamheid. De vraag naar woningen is groot, maar de ruimte is beperkt. We moeten de woningbouw aanjagen en kwaliteit en diversiteit toevoegen. En waar mensen gaan wonen, moet je je ook afvragen waar ze kunnen werken, waar ze naar school kunnen gaan, waar ze van voorzieningen gebruik kunnen maken, enzovoort.”
Arbeid is de basis
“Veel van de uitdagingen waar Zoetermeer voor staat hebben meer of minder te maken met arbeidsparticipatie en armoedebestrijding. Arbeid is in onze samenleving de basis voor kansengelijkheid en gezond leven. De portefeuilles van Jan en mij raken elkaar op dat vlak. Met het versterken van de lokale economie, vergroten we immers ook de werkgelegenheid en daarmee de bestaanszekerheid en kansengelijkheid van onze inwoners”, aldus Bouke Velzen. “Aan de ene kant biedt de huidige krapte op de arbeidsmarkt veel mensen mogelijkheden om aan werk te komen, óók de mensen die anders daarop minder vanzelfsprekend een kans zouden hebben. Aan de andere kant is het nu ook gemakkelijker om op werkgevers een beroep te doen om die mensen een kans op arbeid te gunnen.
Bouke: 'Het ‘Zoeter-minder’-syndroom kunnen we achter ons laten'
Om niet alleen te kijken naar kandidaten die ‘fit for the job’ zijn, maar ook naar kandidaten die ‘fit on the job’ zouden kunnen worden, al werkend, bijvoorbeeld door bij te scholen. We willen het voor werkgevers makkelijker maken om iemand aan te nemen met een afstand tot de arbeidsmarkt en willen graag van werkgevers horen wat ze nodig hebben, zodat wij waar mogelijk kunnen faciliteren. We willen het lokaal maatschappelijk verantwoord ondernemen stimuleren en staan open voor suggesties en ideeën, zoals het versterken en verbreden van het SEBO- keurmerk.”
“Om de krapte op de arbeidsmarkt tegen te gaan, gaat het college samen met het bedrijfsleven en onderwijspartners aan de slag om vraag en aanbod meer op elkaar aan te laten sluiten en te werken aan meer leer- en werkplekken. De gemeentelijke organisatie is zelf een van de grootste werkgevers en we moeten hierin het goede voorbeeld geven. We weten dat we daar nog wel wat stappen in kunnen zetten en zullen dat zeker doen. In sollicitatieprocedures moeten bijvoorbeeld talent en motivatie een grotere rol gaan spelen en we willen de mogelijkheid van ‘open hiring’ onderzoeken”, vult Iedema aan.
Inspiratiesessies
“Dat een goede verbinding tussen bedrijfsleven en onderwijs veel kan betekenen voor de werk- gelegenheid in de stad, is wel gebleken in Dutch Innovation Factory. In de afgelopen vier jaar hebben de ICT-opleidingen van De Haagse Hogeschool bedrijvigheid aangetrokken en vervolgens hebben de verschillende bedrijven weer een aantrekkende werking gehad op meerdere opleidingen. Dit concept zou ook op andere plekken en voor andere sectoren kunnen werken en daarom willen we faciliteren dat bedrijven en onderwijs meer met elkaar in contact komen en met elkaars mogelijkheden kennismaken. Naast de bijeenkomsten van het Economic Board, willen we starten met periodieke inspiratiesessies waarin we als gemeente kunnen sparren met ondernemers. Uiteindelijk is het versterken van de economie niet uitsluitend een zaak van de gemeente, maar óók van het bedrijfsleven. Wat ervoor nodig is, moeten we sámen doen”, weet de wethouder Economische Zaken.
Toekomstbestendig
“We blijven werken aan de kwaliteit en toekomstbestendigheid van de kantoor- en bedrijventerreinen, al was het alleen al om te voorkomen dat bedrijven wegtrekken. Ook de kwaliteit en toekomstbestendigheid van de wijkwinkelcentra is belangrijk met het oog op de leefbaarheid in de wijken. Hiervoor worden de komende jaren concrete actieplannen en investeringsvoorstellen uitgewerkt, uiteraard met aandacht voor duurzaamheid en vanzelfsprekend sámen met de ondernemers, winkeliers en andere gebruikers”, licht Iedema toe.
“’Sámen’ is nu het toverwoord”, vult Velzen aan. “Als wethouders willen we meer de stad in gaan, beter benaderbaar zijn, ondernemen makkelijker maken. Als gemeente willen we sneller antwoord geven en bureaucratie en regels verminderen. Maar onze vraag aan de Zoetermeerse ondernemer is: neem contact met ons op, of met de accountmanager Economische Zaken, of met het WSP-ZHC of De Binnenbaan. Laat van je horen als je vagen hebt of ergens mogelijkheden tot verbetering ziet. Leg contact.” Eensgezind ronden de wethouders het gesprek af “Het coalitieakkoord heet ‘Samen doen wat nodig is, oftewel we willen de stad verder blijven brengen waar dat nodig is en dat doen we graag sámen, en met elkaar, en met alle betrokken partijen in de stad.”
Jan Iedema (VVD)
PORTEFEUILLE
Bouke Velzen (CU-SGP)
PORTEFEUILLE
